Geplaatst op 26 april 2011
Je kunt maar een keer in je leven debuteren; ik weet niet meer wanneer ik deze uitspraak voor het eerste hoorde of las, maar herinner me wel nog hoezeer deze bij me binnenkwam. Het is waar; maar één boek kan je debuut zijn – en daarom moet je, juist bij een eersteling, de lat hoog leggen, vind ik.
Als ik terugkijk op het schrijven aan mijn debuutroman dan was dat een weg van vallen en opstaan. Van schrijven en schrappen en soms weer opnieuw beginnen. Het is als een berg beklimmen waarbij je nog wel ziet dat die berg hoog is, maar geen idee hebt hoe hoog. Halverwege merk je al wel dat je je er behoorlijk op hebt verkeken, en vraag je je af en toe vertwijfeld af of het nog wel zin heeft om door te gaan.
Het is een berg waarbij je telkens op een kruispunt van bergpaden staat: welk pad kun je het beste nemen? Je wilt natuurlijk niet weer dat doodlopende pad kiezen, waarbij je uiteindelijk maar één ding kunt doen: op je schreden terugkeren.
Debuteren kun je leren
In september 2010 volgde ik bij Daretoo de gelijknamige workshop. Bij deze workshop werd ongelooflijk veel informatie over ons, deelnemers, uitgestort. Twee zaken die ik meteen in mijn oren knoopte:
- Eén onderwerp per boek.
- Beperk je tot maximaal 100.000 woorden.
1 + 2 = 3
Soms zijn rekensommen heel eenvoudig: 1 + 2 = 3. Al onderweg naar huis hakte ik de knoop door om bepaalde delen uit mijn manuscript te halen. Van 124.000 woorden zakte ik in een klap naar 107.000 woorden.
Bij de herschrijfronde die bij deze ingreep nodig was, gingen er nog eens 5.000 woorden af, maar er kwamen er ook weer bij. Inmiddels ligt de workshop ‘leren debuteren’ alweer zeven maanden achter me en ben ik nog steeds aan het schrijven en schrappen. De teller gaat hierbij gestaag naar beneden. Leren debuteren is voor mij vooral ook inzien dat het soms met (veel) minder woorden toekan onder het motto: minder is meer. Meer contrast, meer diepte, meer zeggingskracht.
4 reacties op Debuteren